Piemonte – oogstjaar 2020
2020 is een buitengewoon goed jaar. Over het algemeen waren de klimaatomstandigheden ideaal Er waren minimale problemen met bodembeheer tegen het einde van de lente als gevolg van vroege schimmelaanvallen door de vele regens in mei en juni. Gelukkig gingen deze niet gepaard met hagelbuien of andere fatale weersomstandigheden.

Klimatologische omstandigheden
- De jaargang 2020 begon zonder bijzondere problemen in de winter met milde temperaturen, weinig neerslag en sneeuwval. Het eerste deel van de lente was relatief droog en zonnig, wat zorgde voor een homogene hervatting van de plantengroei, die eind februari begon en einde maart eindigde voor de laat rijpende rassen.
- De maanden maart en april werden gekenmerkt door mooi weer en milde temperaturen, met weinig neerslag, wat in eerste instantie een vroege oogst voorspelde. Deze voorspelling werd echter gecounterd in mei, toen veel regendagen werden geregistreerd en het klimaat onstabiel bleef tot eind juni. Het voordeel dat aan het begin van de lente werd opgebouwd werd teniet gedaan door de vertraging van de plantengroei. De ophoping van water in de bodem, gecombineerd met niet al te hoge temperaturen tijdens de zomer, zorgde er anderzijds voor dat er geen problemen met waterstress ontstonden.
- Wat het productievolume betreft: vroege schattingen van grote hoeveelheden, vooral voor de vroegrijpe rassen, werden dankzij de traditionele groene oogst genormaliseerd. Dit zorgde voor een betere kwaliteit van de druiven.

Druif per druif
- De witte druivenrassen, een week eerder geplukt dan het historisch gemiddelde, hebben een lager suikergehalte en een lagere zuurgraad dan in het verleden. Een perfecte balans tussen beide componenten werd bereikt tijdens de vinificatie.
- De rode dolcetto produceerde wijnen met zeer elegante aroma’s ondanks een temperatuurdaling begin september in sommige zones.
- Voor barbera en nebbiolo, druiven met een langere rijpingsperiode, zag de oogst er goed uit tot de temperatuurdaling in september leidde tot een tijdelijke vertraging van de rijping, die in de tweede helft van september exponentieel herstartte.
Barbera toonde bij analyse hogere zuurgraad en suikergehalte. Nebbiolo leverde druiven met een optimale rijpheid. De groei was constant en niet exponentieel. Druiven waren technisch rijp tussen eind september en begin oktober met optimale suikerniveaus en uitstekende waarden aan polyfenolen.
Simonne Wellekens
Bron: Consorzio di Tutela Barolo, Barbera, Alba Langhi e Dogliani